Marjan Olyslager
In oktober 2011 werd Joris op basis van zijn goede prestaties uitgenodigd voor de regionale training horden in Rotterdam op zondagochtend bij Marjan Olyslager. Sinds die tijd is Marjan nauw betrokken bij de atletiekcarrière van Joris. Marjan is niet alleen de trainer van Joris maar ook zijn coach. In het begin verzorgde Marjan alleen de hordetrainingen, maar vanaf het moment dat Joris besloot zich alleen toe te leggen op de vlakke sprintnummers, bleef Marjan zijn trainer/coach. Marjan is een luisterend oor en weet altijd weer die dingen te zeggen en te doen, waardoor Joris steeds weer scherper, beter en sneller wordt.
Marjan aan het woord
(2 juni 2015)
Er is weer een hoofdstuk afgesloten
Volgens de kalender bijna zomer, buiten een bijna herfstige storm met horizontale regen.
Het atletiekzomerseizoen heeft de startblokken net verlaten, is bezig met haar versnelling naar het NK junioren toe, hopelijk met een goed stabiel deel op het EK junioren, en met een strakke finish tijdens het NK senioren.
Zo ziet Joris graag zijn wedstrijdseizoen.
Het was in februari toch wel de vraag of het wel zo zou lopen.
Een “te snel voor beschikbare coördinatie en techniek” horderace veroorzaakte klachten aan de hamstring, te veel klachten om het indoorseizoen goed af te maken.
Teleurstelling was er natuurlijk, geen titel kunnen verdedigen op een NKjunioren, geen progressie kunnen laten zien.
Alle betrokkenen zaten snel aan tafel, Brabantse worstenbroodjes erbij, en in no time was daar een revalidatieprogramma met taakverdeling voor trainers en fysiotherapeut en een hoofdrol voor Joris. Binnen 6 weken leniger dan ooit. Binnen 6 weken schouders en een set buikspieren waar je zo het strand mee op kunt. Binnen 6 weken ook de eerste stappen op de atletiekbaan weer. Daarna ging het snel, van powerwalken naar joggen, van joggen, naar speedladderoefeningen, daarvandaan naar techniekdrills en hordestappen. Met een beetje geduld volgen ook weer fullspeed, speedy en startblokken.
En op 23 mei een eerste wedstrijd! Too eager, beetje afgeleid, het startblok staat niet helemaal lekker en wat een sprinter vreest, dat gebeurt: een valse start en helemaal geen eerste wedstrijd.
Pas op 30 mei in Oordegem een wedstrijd met resultaat, en wat voor een resultaat: een 100m in 10.93 sec. Niet eerder zo snel een seizoen geopend!
Het hoofdstuk revalidatie is dus naar tevredenheid afgesloten. Als trainer heb ik genoten van de discipline en gedrevenheid van Joris, van zijn eindeloos gezucht tijdens lastige, misschien wat zware krachtoefeningen en zijn plezier bij iedere stap progressie.
En nu dan de zomer, een nieuw hoofdstuk. Wordt vervolgd.
Marjan aan het woord
(27 mei 2014)
Na een zeer succesvolle zomer 2013 is natuurlijk niets makkelijker dan te verwachten dat 2014 dezelfde mooie resultaten gaat brengen. Dat is niet helemaal terecht. Er zijn een aantal factoren die als vanzelf zullen bijdragen aan progressie.
Joris groeit, iets aan lichaamslengte nog, en met voldoende slaap en (puber)hormonale werking groeit hij ook in kracht.
Daarnaast trainde hij afgelopen jaren niet heel veel. Daar heeft hij zijn voorsprong niet aan te danken. Ook nu traint hij niet meer dan drie tot vier keer per week. Ieder uur dat getraind wordt levert een prikkel aan zijn spieren en zenuwstelsel, gevolg door een aanpassing. Daar wordt hij een beter atleet van.
Afgelopen najaar hebben Joris en zijn trainers bij elkaar gezeten om te bedenken wat nu belangrijk is om in training toe te voegen aan de al bestaande ontwikkeling van Joris.
Met de nadruk op NU. Ieder komend jaar, of zelfs half jaar, of als de situatie er om vraagt een nog kortere termijn, zullen we ons die vraag moeten stellen: wat is er NU nodig om Joris te helpen in zijn ontwikkeling.
Wat NU belangrijk is?
– wekelijks een technische sprinttraining, leren goed gebruik te maken van timing, hefbomen, versnellers in de beweging;
– wekelijks een basis krachttraining, niet om alleen maar sterker te worden, maar juist om stabiel en gebalanceerd sterker te worden: veel oefeningen voor heup en bekkenregio, voor voeten;
– wekelijks een hordetechnische training, hoe de horde te passeren zonder al te veel snelheidsverlies.
Joris is snel, razendsnel. Als hordetrainer bekijk ik zijn gevecht met de horden. Want dat is het nu: een gevecht. Zijn hoge snelheid in combinatie met een nog wat gebrekkige hordetechniek levert een enorme uitdaging op. Voor Joris en voor mij.
Voor zijn gevoel staan de horden altijd te dicht bij. Hij loopt er bijna dwars door heen.
Wat ik zie is dat hij (nog) niet snel genoeg beweegt, wel veel voorwaartse snelheid heeft, dat wel, maar onvoldoende z’n pas kan verkleinen om het passend te maken tussen de horden.
Veel frequentie oefeningen, veel lopen over lage horden, veel gedwongen ritmes lopen, veel tijd en veel frustratie gaat dit nog kosten.
Het toverwoord is geduld, en dat hebben we allebei niet zoveel.
Over Marjan Olyslager
Marjan Ingrid Olyslager is een voormalige Nederlandse atlete, die gespecialiseerd was in het hordelopen. Ze is drievoudig Nederlands recordhoudster en was twaalfmaal Nederlands kampioene in deze discipline. Momenteel is zij als trainer verbonden aan het ATR (Atletiek Trainingscentrum Rotterdam)
Marjan startte op tienjarige leeftijd met atletiek. Al gauw bleek dat zij aanleg had voor de sprint- en springnummers en na vijf jaar had zij zich zover ontwikkeld, dat de eerste jeugdtitels konden worden binnengehaald. Als B-juniore werd zij in 1977 kampioene op de 100 meter en de 80 meter horden. In de jaren daarna volgde nog elf titels, zodat zij met een totaal van dertien jeugdtitels haar seniorencarrière begon.
Vanaf haar overgang naar de senioren in 1981 tot aan het einde van haar actieve atletiekloopbaan in 1989 zou Marjan haar stempel drukken op het hordelopen bij de vrouwen in Nederland. In 1981 behaalde zij haar eerste seniorentitel. Het duurde tot 1983 voordat Marjan de limiet van 13,45, die de KNAU had gesteld als grens voor een nieuw te erkennen elektronisch gemeten record, zou doorbreken. Op 11 juni 1983 dook ze er voor het eerst onder, al werd dat nooit officieel vastgesteld. In het Belgische Willebroek sloegen blijkbaar gelijk de stoppen door van de elektronische tijdwaarneming, toen Marjan daar tijdens de interland tegen Schotland en België de finishlijn passeerde. Ze moest het er doen met een hand geklokte tijd van 13,0, maar de drempel was genomen en voor het jaar om was had Marjan het nationale record met 13,26 op haar naam geschreven. Die tijd liep zij tijdens de eerste officiële wereldkampioenschappen atletiek in Helsinki, waar zij op de 100 m horden tot deze prestatie kwam. Ze haalde er de kwartfinales mee, maar werd daarin met 13,30 uitgeschakeld.
Het olympische jaar 1984 had twee forse tegenvallers voor de atlete. Door een voetblessure moest zij bij de Nederlandse kampioenschappen de finale op de 100 m horden laten lopen en miste zij de limiet van 13,18, die het NOC had gesteld als eis voor deelname aan de Olympische Spelen in Los Angeles. Ze kwam niet verder dan 13,20, al was dat wel weer een Nederlands record.
Het jaar erna plukte Marjan de vruchten van haar harde, maar vergeefse olympische limietenjacht. Binnen 53 dagen verbeterde ze haar eigen nationale record viermaal: na 13,19 en 13,07 in mei volgde 13,03 in juni, waarna ze op 7 augustus in Zwolle eindigde op 13,01. Marjan was net zo verbaasd als iedereen: “Ik kan het gewoon niet verklaren. Vorig jaar heb ik echt hard getraind en toen kwam het er niet uit. Technisch gezien ben ik dit jaar niet zo gek veel vooruit gegaan. Ik ben wel veel sterker en sneller geworden. Bovendien is het uithoudingsvermogen voor de laatste drie horden vergroot”. Een tijd onder de 13 seconden leek nu zelfs haalbaar. Marjan was immers al enkele malen onder die grens gedoken, zij het met steeds te veel rugwind. Zijzelf achtte een tijd tussen de 12,7 en 12,8 een reëel doel. “Ik ben realistisch in mijn benadering. Misschien komt het door mijn wiskundige aanleg”.
Het jaar 1987 startte Marjan voortvarend. Op de NK indoor sloeg ze drie vliegen in één klap: een nationale titel op de 60 meter horden in de nationale recordtijd van 8,16 (vijf honderdste onder haar eigen oude record uit 1984) én een limiettijd voor de WK indoor. Dat ze nog sneller kon, bewees ze kort daarna tijdens der EK indoor in Liévin. Ze kwam er driemaal in actie en alle drie de keren bleef ze onder haar eigen record: via 8,10 in de serie werd het 8,03 in de halve finale en 8,09 in de finale, waarin ze laatste werd. Enkele weken later werd zij in Indianapolis op de eerste WK indoor ooit vijfde in de finale, al was haar tijd hier 8,12. Veel meer bleek er dat jaar echter niet in te zitten.
In het olympische jaar 1988 begint Marjan precies als het jaar ervoor: met het verbeteren van nationale indoorrecords. Op 13 februari komt ze opnieuw in Liévin op de 60 m horden tot 8,00, om vervolgens vier dagen later in Gent met 7,97 voor het eerst onder de magische acht-secondengrens te duiken. Vanzelfsprekend wordt ze ook weer Nederlands kampioene; in eigen land is Marjan inmiddels onverslaanbaar geworden. Het hoogtepunt van het indoorseizoen, tevens een hoogtepunt in haar carrière, moet echter nog komen. Op 5 maart 1988 wint ze op de EK indoor van 1988 in Boedapest op de 60 m horden een zilveren medaille. Haar tijd, 7.92, is wederom een Nederlands record. Marjan mag zich voortaan tot de Europese top rekenen.
Hoe belangrijk haar goede indoorprestaties zijn geweest, blijkt vervolgens tijdens het outdoorseizoen. Marjan wint enkele aansprekende internationale meetings en duikt al op 7 juni in Saint Denis voor het eerst onder de dertien-secondengrens in de Nederlandse recordtijd van 12,93. Niet alleen doorbreekt zij hiermee een tweede belangrijke psychologische barrière, ze kwalificeert zich ook in één klap voor de Olympische Spelen in Seoel.
De volgende maanden leverde Olyslager nog vele prima prestaties. Zo won zij op 14 augustus 1988, als een van de weinige Nederlandse atletes ooit, goud op de 100 m horden tijdens de Adriaan Paulen Memorial in alweer een Nederlandse recordtijd: 12,92. Bovendien kwalificeerde zij zich ook nog eens op de 4 x 100 meter estafette in 43,54 voor de Spelen. Uiteindelijk kwam ze op 19 augustus tot haar beste jaarprestatie, door tijdens de Memorial Van Damme in Brussel de 100 m horden te winnen in 12,83, haar derde recordverbetering van het seizoen. Ze bereikte er de vijftiende plaats op de wereldranglijst mee.
Op de Olympische Spelen dat jaar in Seoel kwam Marjan na winst in haar serie in 13,04 en een tweede plaats in haar kwartfinale in 13,02 niet verder dan een vijfde plaats in de halve finale met 13,08. Had ze de finale willen halen dan had ze, gezien de tijden van de concurrentie, haar Nederlandse record moeten verbeteren, zoals Marjan voorafgaand aan haar race terdege besefte. Het kwam er echter niet uit. “Ik raakte een horde, verloor snelheid en kon dat niet meer goedmaken”, verklaarde zij achteraf. Samen met Nelli Cooman, Gretha Tromp en Els Vader kwam ze vervolgens ook uit op de 4 x 100 m estafette, waarin het Nederlandse team eveneens in de halve finale sneuvelde, ondanks een snellere tijd (43,48) dan Frankrijk, dat in de andere halve finale vierde werd met 43,66.
Na de Olympische Spelen is Marjan nog een jaar doorgegaan en na het behalen van haar veertiende nationale senioren titel sloot ze haar carrière in 1989 af. Ze is sindsdien als trainer actief gebleven.
(Bron: Wikipedia)
Personal best
Outdoor
Afstand | Tijd | Jaar | Plaats |
---|---|---|---|
100 meter | 11.63 | 1989 | Hengelo |
200 meter | 23.93 | 1983 | Vught |
100 meter horden | 12.77 (NR) | 1989 | Villeneuve-d’Ascq |
Indoor
Afstand | Tijd | Jaar | Plaats |
---|---|---|---|
60 meter | 7.56 | 1984 | Dortmund |
50 meter horden | 6.91 (NR) | 1987 | Zwolle |
60 meter horden | 7.89 (NR) | 1989 | Boedapest |
Nederlands Kampioen
Outdoor
Afstand | Jaar |
---|---|
100 meter | 1989 |
100 meter horden | 1981 |
1982 | |
1983 | |
1985 | |
1987 | |
1989 |
Indoor
Afstand | Jaar |
---|---|
60 meter horden | 1982 |
1983 | |
1984 | |
1987 | |
1988 | |
1989 |
Bijzondere prestaties
Nederlandse records outdoor
Afstand | Tijd | Datum | Plaats |
---|---|---|---|
100 meter horden | 13.27 | 24-6-1983 | Parijs |
13.26 | 12-8-1983 | Helsinki | |
13.20 | 9-6-1984 | Fürth | |
13.19 | 16-5-1985 | Leiden | |
13.07 | 29-5-1985 | Aken | |
13.01 | 7-7-1985 | Zwolle | |
12.93 | 7-6-1988 | Saint-Denis | |
12.92 | 14-8-1988 | Hengelo | |
12.83 | 19-8-1988 | Brussel | |
12.77 | 25-6-1989 | Villeneuve-d’Ascq |
Nederlandse records indoor
Afstand | Tijd | Datum | Plaats |
---|---|---|---|
50 meter horden | 6.91 | 24-1-1987 | Zwolle |
60 meter horden | 8.33 | 21-1-1984 | Zwolle |
8.21 | 3-3-1984 | Göteborg | |
8.16 | 7-2-1987 | Den Haag | |
8.10 | 21-2-1987 | Liévin | |
8.03 | 21-2-1987 | Liévin | |
8.00 | 13-2-1988 | Liévin | |
7.97 | 17-2-1988 | Gent | |
7.92 | 5-3-1988 | Boedapest | |
7.89 | 5-3-1989 | Boedapest |
Olympische Spelen
Jaar | Plaats | Afstand | Tijd |
---|---|---|---|
1988 | Seoul | 100 meter horden | 13.08 (halve finale) |
4 x 100 meter | 43.48 (halve finale) |